Tweestatusstelsel: onvoldoende consultatie en discriminatoire uitwerking op kinderen
Minister Faber van Asiel & Migratie streeft ernaar het asielbeleid fundamenteel te wijzigen door een tweestatusstelsel in te voeren. Het tweestatusstelsel is een systeem dat vluchtelingen in Nederland opdeelt op basis van de reden van hun vlucht. Het maakt onderscheid tussen mensen die vluchten voor oorlog en (natuur)geweld – zij kunnen subsidiaire bescherming krijgen - en mensen die individueel vervolgd worden, bijvoorbeeld vanwege politiek activisme, religieuze overtuiging of hun geaardheid. Het idee erachter is dat mensen die vluchten voor oorlog en geweld in de loop der tijd zullen terugkeren naar het land van herkomst als het daar weer veilig is. Mensen die persoonlijk vervolgd zijn, hebben minder kans op een veilige terugkeer.
Een zorgwekkend onderdeel van dit voorstel is de beperking van gezinshereniging voor mensen die vluchten voor oorlog en (natuur)geweld. Dat zal een directe en ingrijpende schending zijn van de rechten van kinderen. Ondanks de verstrekkende gevolgen van deze stelselwijziging, werd het wetsvoorstel slechts beperkt voorzien van advies binnen een uiterst korte consultatietermijn van één week. Dit was bovendien door slechts een beperkt aantal instanties, waaronder de Nederlandse Orde van Advocaten, de Raad van de Rechtspraak en de Raad van State. Defence for Children Nederland is niet betrokken in het consultatieproces. Het is echter van groot belang dat er een zorgvuldige consultatieprocedure plaatsvindt bij een ingrijpende stelselwijziging zoals het tweestatusstelsel. In een zorgvuldige procedure krijgen het maatschappelijk middenveld en relevante deskundigen de gelegenheid om een bijdragen te leveren. Daardoor worden fundamentele rechten beter gewaarborgd en worden negatieve gevolgen tijdig geïdentificeerd. Het ontbreken van een dergelijk proces zet de transparantie, kwaliteit en effectiviteit van de wetgeving onder druk.
Beperkingen gezinshereniging en kinderrechten
In het stelsel zullen mensen die vluchten voor oorlog en geweld pas na twee jaar aanspraak kunnen maken op gezinshereniging. Daarmee worden fundamentele rechten van kinderen ernstig geschonden. De vertraging in hereniging staat haaks op artikel 10 van het VN-Kinderrechtenverdrag, dat landen verplicht gezinsherenigingsverzoeken met snelheid en menselijkheid te behandelen. Door kinderen onnodig lang van hun ouders te scheiden, schendt het tevens artikel 9 van het VN-Kinderrechtenverdrag, dat stelt dat kinderen niet onnodig van hun ouders gescheiden mogen worden. Het gebrek aan prioriteit voor het welzijn van het kind, zoals voorgeschreven in artikel 3 van het VN-Kinderrechtenverdrag, benadrukt de onrechtmatigheid van dit voorstel. Ook staat het artikel op gespannen voet met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op gezinsleven beschermt.
De impact op kinderen
Voor kinderen leidt deze beperking tot langdurige scheiding van hun ouders, met alle gevolgen van dien. Het kan leiden tot diepe psychologische schade. Mensen die vluchten voor oorlog of (natuur)geweld zijn, net als vluchtelingen die persoonlijk vervolgd worden, onvrijwillig gescheiden van hun gezin en hebben geen mogelijkheid om het gezinsleven elders uit te oefenen. Het gemaakte onderscheid tussen deze groepen is arbitrair, discriminatoir en in strijd met artikel 22 van het VN-Kinderrechtenverdrag. Dit artikel verplicht staten extra bescherming te bieden aan kinderen die asiel aanvragen of vluchteling zijn. Het tweede lid van artikel 22 benadrukt bovendien dat staten de plicht hebben om inspanningen te leveren om ouders op te sporen en gezinshereniging mogelijk te maken.
Kritiek op het wetsvoorstel
De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) heeft scherpe kritiek geuit op het wetsvoorstel. De NOvA ontraadt de invoering van een tweestatusstelsel en het verbinden van strengere voorwaarden aan de nareis van gezinsleden van subsidiair beschermden. De NOvA wijst erop dat het voorstel de druk op de asielketen verhoogt, met meer procedures en hogere kosten als gevolg. Tegelijkertijd zullen de voorgestelde maatregelen nauwelijks invloed hebben op de aantallen asielzoekers dat naar Nederland komt, hetgeen deze maatregel juist tracht te verlagen.
Het VN-Kinderrechtenverdrag stelt dat het belang van het kind altijd een eerste overweging moet zijn in besluitvorming die hen aangaat (artikel 3). Dit wetsvoorstel laat zien dat deze verplichting in het proces onvoldoende serieus is genomen. Hier wijst de NOvA eveneens op: “De rechten van kinderen worden geschonden van zowel alleenstaande minderjarige vreemdelingen die de nareis hebben aangevraagd als de kinderen die zijn achtergebleven.”
Zorgen van de Raad voor de rechtspraak en de Raad van State
De Raad voor de rechtspraak en de Raad van State hebben in hun advies ook ernstige zorgen geuit over de invoering van het tweestatusstelsel. Volgens de Raden zal deze maatregel leiden tot een forse toename in procedures bij zowel de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) als bij de rechtspraak. In de Memorie van Toelichting van het wetsvoorstel wordt genoemd dat naar schatting 75% van de vreemdelingen met een subsidiaire status in beroep zullen gaan tegen hun status, omdat de eerste status meer rechten biedt.
De Raad van State benadrukt verder dat een onderscheid maken tussen groepen asielzoekers op basis van hun vluchtreden arbitrair is. Dit onderscheid zal resulteren in een golf van nieuwe rechtsvragen, met als gevolg een inefficiënt en belastend proces voor de rechtspraak en andere betrokken instanties.
Meer informatie
Het oordeel van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het advies van de Raad voor de rechtspraak
Het advies van de Raad van State